Vormingsonderwijs helpt kinderen om een eigen kijk te ontwikkelen op levensvragen rondom moraliteit, zingeving, leven en dood. Zo vormen zij hun eigen levensbeschouwing. Uniek aan ons onderwijs is dat vakleerkrachten vanuit hun eigen levensbeschouwing kinderen, op verzoek van ouders, begeleiden: vanuit het jodendom, humanisme, protestantisme, katholicisme, de islam, hindoeïsme en boeddhisme. Door dit onderwijs vergroten kinderen hun mentale veerkracht en weerbaarheid. In deze onzekere tijden van oorlogen, crises, snelle ontwikkelingen en constante verleidingen vanuit (social) media, biedt dit hen een stevig en diepgeworteld fundament.
Het kabinet wil het vormingsonderwijs wegbezuinigen. De financiering van vormingsonderwijs is pas sinds 2017 verankerd in de wet vanuit een heldere bedoeling: het uitvoeren van een wettelijke taak (WPO 50 en 51). Door het schrappen van het vormingsonderwijs wordt de toegankelijkheid van het openbaar basisonderwijs aangetast. Ouders met een wens tot levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kunnen immers hiermee niet meer terecht in het openbaar onderwijs. Deze bezuiniging brengt grote effecten met zich mee in gebieden waar het onderwijslandschap dun is, waardoor ouders met een levensbeschouwing sneller (moeten) kiezen voor openbaar onderwijs, waar het vormingsonderwijs nu gaat verdwijnen. Deze onderwijsbezuiniging is ondoordacht zwabberbeleid: het mist een visie op de samenleving. De samenleving als geheel, leerkrachten, leerlingen en ouders betalen hiervoor de rekening.
Op de helft van alle openbare basisscholen en samenwerkingsscholen is er vormingsonderwijs. Meer dan 300 gespecialiseerde vakleerkrachten zorgen dagelijks voor de vormingslessen en doen dit vanuit hun eigen levensbeschouwing. Jaarlijks volgen ruim 50.000 kinderen lessen vormingsonderwijs. Vormingsonderwijs moet doorgaan!