Jacqueline werkte jarenlang als groepsbegeleider met een kwetsbare doelgroep. ‘Daar ontdekte ik dat er weinig over de dood gesproken werd met bewoners. Alleen de pastoraal werker deed dat. Ik wilde dat ook! Het was het begin van mijn zoektocht naar een andere baan waarin meer ruimte voor levensvragen zou zijn. En dat vond ik bij het humanistisch vormingsonderwijs.’

Ze volgde een tweejarig traject tot vakleerkracht humanistisch vormingsonderwijs en geeft nu al jaren met veel plezier vormingsles op basisscholen. ‘Ik word heel blij van mijn werk, want ik kan er zoveel in kwijt, vooral ook mijn creatieve kant. Tegelijkertijd moet je jezelf in dit werk wegcijferen en alleen door goede vragen te stellen het kind zelf laten nadenken en ontdekken.

Het gaat dus om goed luisteren, goed reflecteren en bedenken: Waarom voel ik me nou zo? Ik leer er zelf ook nog steeds van. Bijvoorbeeld om te leren onderscheiden: Wat zijn gevoelens, wat zijn behoeftes en wat zijn emoties? Dat moet je allemaal onderzoeken. Misschien is dat wel de kern van vormingsonderwijs: het is een bovenal een onderzoekend vak.’

vormingsonderwijs is een bovenal een onderzoekend vak

klankschaal

Een reguliere vormingsles is wekelijks en duurt driekwartier. Hoewel er veel werkvormen beschikbaar zijn, heeft Jacqueline daarin haar eigen vorm gevonden. ‘Ik begin mijn lessen met de klankschaal. Het helpt de kinderen om tot rust te komen, al is dat lang niet altijd gemakkelijk. Sommige kinderen zitten nu eenmaal vol energie. Daarna ga ik in op een bepaald thema.’

Dankbaarheid

‘Zo behandel ik om het jaar het thema: Dankbaarheid. Dat doe ik aan de hand van het oud Chinees sprookje ‘De dansende kraanvogel’. Dat sprookje heeft veel handvatten om op door te praten met de leerlingen. Ook laat ik ze een dankbaarheidsboekje maken waarin ze mogen opschrijven waar ze dankbaar voor zijn. Het helpt ze om hier bewust over na te denken. Ook ontdekken ze dat dankbaarheid altijd kan groeien en dat er meer is om dankbaar voor te zijn dan je misschien denkt.’

Zingen

Jacqueline neemt graag haar gitaar mee naar school en zingt met de leerlingen. ‘Dat vinden ze soms wat oubollig, maar zingen is enorm verbindend. Aan het eind van het jaar vraag ik de leerlingen wat ze hebben geleerd van de vormingslessen. Dat is best een lastige vraag, omdat ons vak heel anders is dan een doorsnee schoolvak. Een jongen uit groep 6 schreef het ooit eens heel raak op: “Ik krijg zelfvertrouwen van HVO en ik weet niet waardoor, maar HVO is gewoon super.”’

Taal

Je kunt heel veel vertellen over vormingsonderwijs, benadrukt Jacqueline, omdat het eigenlijk het hele leven omvat. ‘Dat maakt het soms lastig om het goed uit te leggen. Waar humanistisch vormingsonderwijs in elk geval om draait, is leerlingen te helpen een taal te ontwikkelen waarin ze zich kunnen uitdrukken. Dat is niet alleen spreektaal, maar ook beeldtaal. Die taal hebben ze nodig om goede vragen te leren stellen. En dan ontdekken ze dat we allemaal anders zijn, maar dat de ene mening niet beter is dan de andere. Daarbij worden ze uitgedaagd om niet zomaar iets te roepen, maar om hun mening goed te onderbouwen.’