Sonja van Leeuwen was al twintig jaar groepsleerkracht toen ze iemand ontmoette die vormingsonderwijs gaf. Diegene vond het ook wel iets voor haar. Sonja aarzelde niet, zocht informatie en stuurde binnen een week een open sollicitatie. Ze begon met een les protestants vormingsonderwijs op de vrijdagochtend. Nu, vijf jaar later, geeft ze achttien lessen per week. Het mooiste aan haar vak vindt ze dat ze verhalen mag delen en dat de leerlingen in haar les ‘gewoon even kunnen zijn’.

‘Vaak moeten leerlingen iets. Ze moeten rekenen, schrijven, een goed rapport halen. In de vormingsles merk ik dat ze zich ontspannen. Ze hoeven niet alles te weten, ze mogen gewoon hun mening geven en zeggen hoe zij dingen ervaren. Die ontspanning ontstaat organisch.

Emoties

‘De setting van de vormingsles nodigt leerlingen uit tot het delen van ervaringen. Niemand wordt be- of veroordeeld. Ik zorg dat de kinderen zich veilig voelen. Dan komen er soms emoties los die ze misschien in de setting van de gewone klas niet hadden geuit. Zo vertelde ik het verhaal van Filippus en de man uit Ethiopië. Een verhaal uit de Bijbel waarin de schatbewaarder van de koningin in Jeruzalem is geweest en daar een boekrol kocht. Hij komt na uitleg van Filippus tot geloof en wil direct gedoopt worden. Ik zoek bij een verhaal altijd naar de koppeling naar deze tijd. We spraken over het kopen van een souvenir op vakantie. Ik keek de groep rond en zag bij een jongen de tranen in zijn ogen staan. Bleek dat hij op vakantie een kruisje wilde kopen om aan een ketting rond zijn hals te dragen, maar het mocht niet van zijn moeder, pas als hij ouder was.

Er kwam in de klas een heel gesprek op gang over overeenkomsten tussen godsdiensten

Vertragen

Toen ik net lesgaf wilde ik veel doen in mijn lessen. Verhalen, filmpjes, tekenen, spel. Maar ik heb door de leerlingen leren vertragen. Je hoeft niet een hele les vol te proppen. Soms moet je dingen een beetje laten gebeuren en de tijd nemen. Ik vind het belangrijk leerlingen te leren om echt naar elkaar te luisteren en aandacht te hebben voor elkaar. Zo schreef ik een keer een Bijbelverhaal om tot een toneeltekst en liet de leerlingen dit opvoeren. Ze oefenen dan op een leuke manier dat er verschillende soorten mensen en meningen zijn.

Verwondering

Sommige dingen kun je leren, zoals dat er verschillende manieren zijn om een gesprek te voeren met elkaar. Maar verwondering gebeurt vanzelf, zoals met ons huidige thema ‘natuur’. Leerlingen mochten ieder een zonnebloempit planten. Elke week verzorgen ze het en zien het plantje groeien. En in een buiten-les zagen we gesloten paardenbloemen opengaan precies op het moment dat de zon erop scheen. Dat is natuurlijk prachtig. Ook zagen we een keer een regenboog. Ik vroeg of ze wisten wat die betekende. Toen vertelde ik het verhaal van de Ark van Noach waarin de wereld onder water verdween. Gelukkig konden alle mensen en dieren terecht in de ark. God gaf hen toen voor het eerst de regenboog als teken van belofte en hoop.

Verbanden

Het fijne aan dit werk is ook dat ik mijn eigen lessen kan maken. Omdat ik een les vaker geef merk ik snel genoeg wat wel en niet werkt. Zo heb ik veel profijt van de voorbereidingstijd en kan ik mijn lessen steeds verder aanscherpen en verdiepen. Het valt me ook op dat leerlingen doordenken over wat er in de les is behandeld. Dan vertellen ze dat ze thuis filmpjes hebben opgezocht over Jezus of dat er een discussie was geweest in de klas. Een moslim meisje merkte daar op: ‘Allah is hetzelfde als God’. Sommige leerlingen vroegen waarom ze naar de protestantse vormingsles ging. Leerlingen uit mijn les zijn toen voor haar opgekomen. Het meisje voelde zich gesterkt. Daarna kwam er een heel gesprek op gang over overeenkomsten tussen godsdiensten. Dat hebben ze in de vormingsles geleerd!’