Marianne werkte al jaren in het voortgezet onderwijs, toen ze hoorde over vormingsonderwijs en hier nieuwsgierig naar werd. Inmiddels geeft ze les op drie basisscholen in Twentse dorpen. ‘Ouders geven hun kinderen op voor de lessen vormingsonderwijs vanuit een bepaalde stroming of denominatie.’
‘Openbare basisscholen zijn namelijk vanuit de wet verplicht om dit aan te bieden aan ouders. Soms heb je dan een groepje leerlingen, maar op twee van de drie scholen volgt nagenoeg de hele klas vormingsonderwijs.’ Naast katholiek vormingsonderwijs wordt op twee scholen waar Marianne lesgeeft ook humanistisch vormingsonderwijs gegeven.
Contact met de groepsleerkracht
Hoewel Marianne als externe vakleerkracht voor maar een uurtje een school binnenkomt, probeert ze na afloop wel altijd even contact te hebben met de groepsleerkracht. ‘Dan vertel ik wat ik gedaan heb en wat me is opgevallen in de klas. Ik merk dat dit wordt gewaardeerd.’
Soms loop je als vakleerkracht vormingsonderwijs ook tegen praktische uitdagingen aan. Zo vertelt Marianne dat ze op een bepaalde school wel drie keer moest verkassen naar een andere plek. ‘Soms zat ik nog net niet in de bezemkast. Gelukkig kwam daar met de komst van een nieuwe directeur snel een eind aan. Nu werk ik in een vast lokaal waar ik alle materialen mag gebruiken, dat is erg prettig.’
Niet op je tenen lopen
Voor Marianne is het belangrijk dat ze in haar lessen aansluit op wat zich ‘aandient’. Ze legt uit: ‘De reguliere lessen zijn vaak erg cognitief en gericht op presteren. In mijn les probeer ik de leerlingen hier even boven uit te tillen. Ze hoeven in het uurtje vormingsonderwijs niet op hun tenen te lopen.’
‘We beginnen de les altijd met het aansteken van een kaars en het uitspreken van een gebed. Dat is een typisch katholiek ritueel dat symbool staat voor het uitnodigen van God, het Licht, in ons midden. En omdat we in een kring staan, kunnen we elkaar allemaal aankijken. Daarmee drukken we respect uit; naar God en naar elkaar. Want zo willen wij het lesuur van samenzijn ook met elkaar omgaan.’
Franciscus
In de lessen komen bijvoorbeeld de heiligen aan bod, want heiligen zijn belangrijk in het katholieke geloof. Het zijn de inspirerende voorbeeldfiguren voor de mensen van vandaag. Zij hebben geleefd naar het voorbeeld van Jezus op aarde, zoals de heilige Franciscus. ‘Dat verhaal verbind ik dan wel aan de belevingswereld van kinderen: wat betekent het verhaal van Franciscus voor jou? Wat kun je er nu mee in jouw leven?’
Marianne licht toe: ‘Zo praten we bijvoorbeeld over wat ‘heilig’ eigenlijk betekent, wat goed leven is en waarom je goed zou willen leven? Maar ook: waarom zou je eigenlijk goed je best willen doen voor de schepping? Ook vroeg ik de kinderen: Stel dat Franciscus nu had geleefd, zou hij dan social media hebben gebruikt en een influencer zijn geweest? En wanneer ben je eigenlijk een influencer?’
Verbinding en betekenis
Het doorvragen en de verbinding leggen met het eigen leven is volgens Marianne de toegevoegde waarde van vormingsonderwijs. ‘Ik zie vormingsonderwijs als een verdiepte kennismaking met religies en levensbeschouwingen. Waar het vak geestelijke stromingen, uit het curriculum in het openbaar onderwijs, vooral zit op kennisniveau, maken wij die vertaalslag naar betekenis. Die betekenisgeving is essentieel binnen vormingsonderwijs.’