
‘Onze school heeft vijf pijlers waaronder bewustwording en buitenwereld waarbij het draait om vragen als: Wie ben ik, wie ben jij? Wat geloof ik, wat geloof jij? Deze vragen sluiten heel mooi aan bij wat vormingsonderwijs biedt. Daarbij krijgen leerlingen op de middelbare school ook levensbeschouwing. Dus door hier op de basisschool mee te starten, zorg je voor een doorgaande leerlijn.
Zij zijn immers de experts, zij léven wat zij onderwijzen.
Experts
Voor mij zijn de vakleerkrachten de experts om deze lessen te geven, want ‘zij léven wat zij onderwijzen.’ Dat is bijvoorbeeld zichtbaar bij de vakleerkracht islamitisch vormingsonderwijs. Zij krijgt vaak persoonlijke vragen van leerlingen, bijvoorbeeld waarom ze een hoofddoek draag. Ze kan ze hierover vertellen op een manier die je niet snel in boeken vindt. Dat vakleerkrachten zelf geloven in wat ze vertellen, vinden we op de Bentwijzer belangrijk. Want iemand die ergens in gelooft, wil goed uitzoeken wat hij of zij gelooft en weet er dan ook veel vanaf.
Carrousel
Eén keer per week krijgen de leerlingen uit groep 3 tot en met 6 drie kwartier les in een carrousel. Om toerbeurt verzorgen vier vakleerkrachten vormingsonderwijs de lessen. Arti is vakleerkracht hindoeïstisch vormingsonderwijs, Esmahan vakleerkracht islamitisch vormingsonderwijs, Daniël vakleerkracht joods vormingsonderwijs en Arie vakleerkracht protestants vormingsonderwijs. Ze hebben allen een onderwijsbevoegdheid, aangevuld met een opleiding vormingsonderwijs en zijn thuis in de levensbeschouwing waarvoor ze lessen verzorgen. Ze starten het jaar met een gezamenlijke les, daarna geven ze allemaal afzonderlijk 10 weken les. De vormingslessen behandelen thema’s waarin de vakleerkracht een element uit de levensbeschouwelijke stroming koppelt aan de leefwereld van de leerlingen.
Diepgang
De vormingsles is een moment waarop kinderen vragen kunnen stellen die niet zo snel op een ander moment aan de orde komen. Soms komen ze met diepgaande vragen, zoals ‘waarom zijn wij op de wereld?’ Of ‘hebben planten ook gevoel?’ Blijkbaar voelen de kinderen de vrijheid om deze vragen te stellen. De kinderen worden echt zelf aan het denken gezet, in een veilige setting. Leerlingen zijn over het algemeen heel enthousiast en willen echt iets leren, ze geven aan dat ze de lessen interessant vinden.
Rolmodel
Hoewel de vakleerkrachten één keer per week ’te gast’ zijn op onze school horen ze er echt bij. Daarin willen we een rolmodel zijn voor de kinderen. Hoe wij met elkaar omgaan, is het grootste voorbeeld dat ze zien. Ik hoor dat de vakleerkrachten die goede samenwerking met de school waarderen. Het vraagt soms wat gepuzzel om vormingsonderwijs aan te bieden, maar ik zie ook de kansen. Wij doen veel aan collegiale consultatie, dus op momenten dat de groepsleerkracht even van de groep af is, kunnen zij bijvoorbeeld tien minuten in de les van een collega kijken en een feedbackgesprekje voeren.
Ouders
Vormingsonderwijs is geen verplicht onderdeel van het curriculum, maar een facultatief vak dat ouders kunnen aanvragen voor hun kind. Aan het begin van het schooljaar informeer ik ouders altijd over de lessen vormingsonderwijs. Ik heb nog nooit meegemaakt dat leerlingen niet meededen aan de les. Ouders zijn juist heel positief en zeggen vaak dat ze vinden dat die brede blik bij openbaar onderwijs hoort. Ook wanneer nieuwe ouders komen kennismaken, vertel ik over de lessen. Ik leg ouders uit dat de kinderen geen religieuze dingen gaan doen, zoals bidden of iets dergelijks. Ze leren in de carrousel wel over verschillende levensbeschouwingen, en over welke gewoontes en waarden daarbij horen. Vormingsonderwijs gaat niet over het bewijzen van het gelijk van een bepaalde religie, maar dat je leerlingen helpt om onafhankelijk te leren denken. Als school vinden we het belangrijk dat ze ook in dit opzicht wereldwijs worden.’